Stribeck curve
Smeringsregimes
II Grenssmering (Boundary Lubrication)
Bij een lage snelheid is de hydrodynamische drukopbouw verwaarloosbaar en wordt de belasting volledig doorgeleid via de ruwheidstoppen, al dan niet beschermd door smeermiddelmoleculen en/of een dunne oxide huid. Er is geen sprake van grenssmering in droge ongesmeerde contacten.
I/II mengde smering (Mixed Lubrication)
Bij toenemende snelheid neemt de hydrodynamische drukopbouw toe. In het mengsmeringsgebied wordt de belasting voor een deel door de beginnende hydrodynamische drukopbouw doorgeleid en voor een deel via de ruwheidstoppen. Het mengsmeringsgebied is het overgangsgebied tussen grenssmering en volledige hydrodynamische smering (volle film smering).
I (Elasto-)Hydrodynamische smering (Elastohydrodynamic Lubrication)
Het contact tussen de oppervlakken wordt voorkomen door een uiterst dunne smeerfilm. De belasting is in evenwicht met de druk in de smeerfilm. Een bekende vorm van hydrodynamische smering is aquaplaning, waarbij door een dunne waterfilm het contact tussen de band en het wegdek verloren gaat.
 
inlopen
links: Stribeck curve lage contactdruk (dispers contact in glijlager)
rechts: Stribeck curve hoge contactdruk (geconcentreerd punt of lijncontact)

De pijlen geven de verandering van de Stribeck curve aan als gevolg van inlopen. Optimale inloopcondities bestaan in het punt waar grenssmering en mengsmering in elkaar overgaan. Hier zijn een groot aantal ruwheidstoppen in contact terwijl de smering gunstig is.
 

Transition diagram
Voor onderzoek aan geadditiveerde smeermiddelen en oppervlaktebehandeling is het transitiediagram gangbaar. In dit diagram is bijvoorbeeld ook de zogenaamde vreetbelasting zichtbaar, de belasting waarbij adhesief contact ontstaat (III).
 
www.tribologie.nl